Goyaert van Vlierden

1532'33 - 18 januari 1611

Goyaert van Vlierden¹

Genealogie

Ouders: Goyaert Daniel van Vlierden x Jutta (dochter van Willem Jans Moel en Mechteld Willem Geris).
Proband: Goyaert Goyaertzn van Vlierden x Ghysberta (dochter van Jan Mathys van Gorcum en Marike Peter Reynders).
Kinderen: Daniel; heer Jan; Judith; Elisabeth; Maria; Petronella; Johanna; heer Goyaert (deken van de Broederschap van 1614 tot 1637(?)).

Bestuurlijke functies

Politieke: Schepen 1579 93 97 1603 03.
Schutterij: Kapitein van de oude voetboog van december 1600 tot juli 1606.²
Andere: Korenkoper en lakenkoopman.

Reizen in dienst van de stad

1579 81.

Lidmaatschap van de Lieve Vrouwe Broederschap

Ontvangen als broeder in 1556; proost 1573 74 78 79 84 85 90 91 98 99 1608 09.

Bijzonderheden

Goyart s. Goyarts van Vlierden Daniels vanden selven ende Jutta zynre huysvrouwen d. Willems Moel tsamen verwect oudt 13 jaer - 12 CG.
27-08-1545 | SAH OSA 1311
Lijfrente; 6-3 en 6-9
Jan s. natuerlyck Daniels van Vlierden des ouden Daniels van Vlierden vanden selven ende vuyten lichaem Agnese van Nulant verwect oudt 26 jaer - 7 CG 10 st. Dictus Daniel de Vlierden pater et Johanna die Wolff eius moderna uxor in dicta pensione habebunt prelevare.
05-09-1545 | SAH OSA 1311
Peeterken dochter Goyaerts van Vlierden vanden zelven ende Ghysbertken dochter Jans Mathyss zynen huysvrouwe tzamen verweckt out 14 jaeren tot haeren lyve jaerlicx - 16 G 13 st 1 oert.
21-10-1578 | SAH OSA 2697 | f 441r | Pensioenboek
Het beroep van de vader was rentmeester van de stad en (deken van de) korenkoper;

Noten
1.	Van Oudheusden en Tummers, De grafzerken van de Sint-Jan, grafzerk 362; Van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap, 805; Schuttelaars, Heren van de Raad, 481.
2.	OSA 1076, 1600; OSA 182, f 83, 21 juli 1606.

Wim Cöp, Bestuurlijke elite 1579-1629 (2014)

Goyaert van Vlierden

Geboren 1532'33, overleden 18 januari 1611

Bestuurlijke functies

Schepen 1579 93 97 1602 03

Reizen in dienst van de stad

1579

Beroep

Lakenkoper

Lidmaatschap van de Lieve Vrouwe Broederschap

Naam: Goyaert Goyaert van Vlierden
Inschrijving: 1556
Overlijden: 18 januari 1611
Requiemmis: 24 januari 1611
Proost: 1573, 1578, 1584, 1590

Bijzonderheden

Hij is begraven in de Sint Jan.

Literatuur

PB 441r; SMITS, De grafzerken in de kathedrale Sint Janskerk van 's-Hertogenbosch ('s-Hertogenbosch 1912) 141; SP 1372 198r, 1379 324r, 1381 319r, 1395 216r-217r, 1413 288v; VAN SASSE VAN YSSELT, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch, alsmede hunne eigenaars of bewoners in vroegere eeuwen I-III ('s-Hertogenbosch 1911-1914) II 204, 567, III 161, 381, 553; VAN VLIERDEN, 'Het Brabantsche en het Geldersche geslacht van Vlierden' in: De Nederlandsche Leeuw 22 (1904) 67, 81.

A. Schuttelaars, Heren van de raad. Bestuurlijke elite van 's-Hertogenbosch in de stedelijke samenleving 1500-1580 (Nijmegen 1998) bijlage 3

Namen ende Wapenen der Heeren Beêedigde Broeders

Namen en wapenen der Heeren Beêedigde Broeders soo Geestelijke en Wereltlijke van de seer oude ende seer doorluchtige Broederschap van onse Lieve Vrouw binne de stad s'Hertogenbosch

goijaert van
Vlierden,
Raed deser Stadt.

88v

Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)

Zegelstempel van Goyaart van Vlierden, schepen van 's-Hertogenbosch 1579

zilver, gegoten, gesneden

diameter: 2.9 cm
dikte: 0.2 cm
hoogte: 2.3 cm
gewicht: 21.3 gr

Rond zegelstempel met aan de achterzijde een bewerkt handvat en gegraveerd: GODEFRIDVS DE * VLIERDEN. Aan de voorzijde een omschrift met aan de buitenzijde een band van drie cirkels, en aan de binnenzijde een band van twee cirkels. Een versierde zespas raakt de binnenste band en omsluit een half-cirkelvormig schild.
Heraldische beschrijving: drie molenijzers, geplaatst 2-1. In het hart van het schild een uitsparing, die te mooi is voor 'slechts' een beschadiging, maar verder nergens overtuigend op lijkt; een (gotische) letter c misschien?

Het Noordbrabants Museum (inv.nr. 01107)

330. Godefridi de Vlierden

Provinciaal Genootschap
1579
Zilver

R.A. van Zuylen, Lijst der schepenen van de stad 's Hertogenbosch, benoemd van 1295 tot 1794, waarvan de schepenzegels in zilver, koper of lood bij het archief dier stad, of in het museum van het Provinciaal Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen in Noordbrabant, nog aanwezig zijn ... ('s-Hertogenbosch 1865) 12

G.C.M. van Dijck, De Bossche Optimaten (1973) 207, 253

Lucas G.C.M. van Dijck, Van vroomheid naar vriendschap (2012) 805-806

B.C.M. Jacobs, Justitie en politie in 's-Hertogenbosch voor 1629 (1986) 275, 276, 277, 282

L.P.L. Pirenne, 's-Hertogenbosch tussen Atrecht en Utrecht (1959) 78n, 138n, 160n, 186, 201, 249n, 269, 269n, 270, 270n

Jan Sanders, Kroniek van Molius (2003) 15, 16

A. Schuttelaars, Heren van de raad (1998) 121, 121n, 122, 141, 206, 242, 243, 256, 372, 374, 441, 481

n: vermelding in een voetnoot

Bossche Encyclopedie |